Wanneer je de banden van racefietsen moet vervangen en hoe je dit moet doen: Een complete handleiding

Weet je niet wanneer je de buitenbanden van je racefiets moet vervangen? Wij hebben wat je zoekt. Heb je minder grip dan normaal als je snel een bocht neemt? Wij hebben de oplossing. Ben je geïntimideerd door de taak om oud rubber te vervangen door nieuw? We begeleiden je bij elke stap.  

Het vervangen van banden voor racefietsen is eigenlijk een van de eenvoudigere taken qua fietsonderhoud, hoewel je het net als altijd een paar keer moet hebben gedaan om echt vertrouwen en kennis op te bouwen. 

Eerst geven we aan waarom het belangrijk is 

De buitenbanden van je racefiets zouden het enige onderdeel moeten zijn dat in contact komt met de ondergrond. Dat betekent dat ze superbelangrijk zijn, toch? Ze zorgen voor grip de weg en zetten de kracht die jij via de pedalen levert om in voorwaartse beweging. Ze zijn ook essentieel om je rechtop te houden als je naar links en rechts leunt in de bochten.  

Je banden krijgen het vaak zwaar te verduren, rollen over honderden scherpe steentjes, stukjes glas en bijna al het andere dat je je op een weg kunt voorstellen. Daarom is het belangrijk om er zo goed mogelijk voor te zorgen en ook in de gaten te houden wanneer ze moeten worden vervangen.  

Het moment om nieuwe banden te installeren verschilt afhankelijk van waar naar je kijkt. Het hangt echt af van het soort ritten dat je maakt en hoe vaak. Sommigen zeggen 1.000 km tot 3.000 km, anderen zeggen 30.000 km tot 40.000 km. Als je met superlichte, snelle racebanden naar je werk fietst, verslijt je ze snel – terwijl je er een paar jaar mee kunt doen als je ze alleen gebruikt om mee te racen.  

Het weer heeft ook een grote invloed. Als je alleen in de zomer rijdt, kunnen je banden meer kilometers aan dan wanneer je ze het hele jaar door gebruikt. Dit komt omdat natte wegen een grotere belasting zijn voor je banden – er is meer vuil, gruis en viezigheid en door het vocht kunnen er ook sneller scherpe voorwerpen in de band terechtkomen.  

De meeste bandenmerken raden aan om je banden elke drie tot vijf jaar te vervangen, afhankelijk van het merk, het type loopvlak en de breedte, ook als ze niet zeer intensief worden gebruikt. Het rubber kan minder betrouwbaar zijn en kan ook slijten als het niet actief wordt gebruikt – vooral als het rubber langdurig aan direct zonlicht wordt blootgesteld. 

Vanwege al deze verschillende factoren kunnen bandenmakers vaak behoorlijk terughoudend zijn bij het aangeven hoelang of hoe ver je hun banden kunt gebruiken. Als je het moeilijk vindt om een duidelijk antwoord te krijgen, probeer dan online naar informatie over de band te zoeken. Of je fietsmaatjes te vragen.  

Een versleten racefietsband wordt merkbaar als de besturing van de fiets aanzienlijk lastiger wordt, als er veel meer rolweerstand is en als je stabiliteit mist. Dit zijn echt duidelijke tekenen dat je de banden mogelijk moet vervangen. Er zijn echter ook enkele visuele signalen om op te letten.  

De belangrijkste tekenen van slijtage van een racefietsband zijn: 

Soms is een lekke band gewoon pech, maar als je snel na elkaar veel lekke banden op hetzelfde wiel krijgt, is dat meestal een teken dat je banden versleten zijn!  

Het loopvlak van je band zorgt voor de grip. Als je lang op hetzelfde paar buitenbanden rijdt, zal dat profiel in de loop der tijd slijten. Als je racefietsband er glad uitziet, moet je deze vervangen. Aan de manier waarop de fiets zich beweegt kun je merken of het profiel versleten is, waarbij slippen in de bocht de belangrijkste indicator is.  

Als het rubber op de zijkant van je band scheurtjes vertoont, is dit meestal een teken dat het moet worden vervangen. Normaal gesproken komt dit omdat de band ‘uitdroogt’ en broos wordt, een proces dat wordt versneld als je je fiets buiten of in direct zonlicht laat staan.  

Als je band er misvormd begint uit te zien, met bobbels op het normale profiel van het rubber, is dit een teken dat je ze moet vervangen. Er is een aantal oorzaken – van een enkele harde klap tot langzame degeneratie van de zijwand of het loskomen van de rand. Geen enkele bobbel is goed! 

Deze stapelen zich na verloop van tijd op. Je kunt één keer op een gloednieuwe band rijden en deze beschadigen. Je kunt ook maanden zonder problemen rondrijden. Over de vele kilometers die je rijdt, stapelen ze zich op – kijk je naar je band kijkt en zie deze slijtage-indicatoren over het hele oppervlak, dan is het tijd om te vervangen. 

Dit zijn kleine plekken waar het bandenprofiel volledig afgesleten is, mogelijk zelfs doorgesleten tot de onderlagen, meestal door te slippen. Op de versleten plek loopt je extra risico op lekke banden en de gebieden eromheen hebben het door de bijkomende druk extra zwaar te verduren.  

Voordat we in onze handige stap-voor-stap gids voor het vervangen van racefietsbanden duiken, nemen we eerst de benodigde gereedschappen fietsgereedschappen onder de loep. 

• Een nieuwe buitenband voor de racefiets 
• Wat bandenlichters 
• Een pomp

*Gebruik geen metalen bandenlichters, deze kunnen je velgen beschadigen. 

We gaan verder en gaan ervan uit dat je binnenbanden gebruikt op je racefiets. Rijd je tubeless, dan hebben we een handige gids voor het vervangen van tubeless banden – laat je niet afschrikken door het mountainbikegedeelte, de principes voor het installeren van tubeless banden zijn dezelfde.   

Als je binnenbanden gebruikt – wat meestal het geval is bij racefietsen en gravelfietsen – volg dan de onderstaande stapsgewijze handleiding. We hebben ook een video gemaakt om je te begeleiden bij het vervangen van je band.  

Laat de band volledig leeglopen door het ventiel te openen en draai de borgring waarmee het ventiel tegen de velg is bevestigd los. Pak je eerste bandenlichter en werk deze onder de rand van de buitenband. Je kunt deze bandenlichter meestal op zijn plaats bevestigen door de haak aan het andere uiteinde om een van de wielspaken te bevestigen. Pak een tweede bandenlichter en plaats deze dicht bij de eerste, beweeg hem vervolgens stevig maar voorzichtig langs de velg, bij de eerste lichter vandaan, waarbij de rand van de band loskomt. Werk rondom tot de hele rand vrij is. Het kan zijn dat de band nu al volledig loskomt van het wiel of dat je het proces voor de andere rand moet herhalen als deze bijzonder stevig vast zit. 

Als je je buitenbanden vervangt, kan dit zijn omdat je een lekke band had en je bestaande band versleten is. Als dat het geval is, vergeet dan niet om die binnenband te verwijderen en deze te repareren of te vervangen. 

Laten we nu die nieuwe band erop zetten. Wegfietsbanden kunnen strak aansluiten en sommige fietsers laten de nieuwe band 30 minuten op een radiator liggen wat extra flexibiliteit alvorens de band te installeren. Eerst willen we één rand van de band op de velg krijgen. Begin op de plek op de velg waar het ventiel zich bevindt en plaats de rand in de goot van de velg. Werk rond het wiel tot de ene kant van de band volledig op zijn plaats zit, met de andere kant over de rand. 

Vervolgens plaatsen we de binnenband terug. De buitenband is op dit moment slechts half geplaatst en je moet hem voldoende opzij kunnen duwen om het ventiel van de binnenband door het gat in de velg te krijgen. Is het ventiel erdoor, dan zet je het vast met de borgring. Probeer nu de binnenband ‘omhoog’ te duwen in de binnenruimte van de buitenband. Dit houdt de binnenband uit de buurt, waardoor het gemakkelijker wordt om de tweede rand van de buitenband te plaatsen. 

Begin opnieuw bij het ventiel en duw de tweede rand over de velg, zodat deze goed op zijn plaats in de velg komt te zitten. Beweeg rond de velg met elke hand in de tegenovergestelde richting, waarbij je de kraal op de velg beweegt. Als je ongeveer halverwege bent, kun je het wiel 180° draaien, zodat het ventiel zich aan de onderkant bevindt. 

De buitenband wordt steeds strakker naarmate je vordert, en je moet mogelijk een bandenlichter gebruiken voor het laatste deel. Wees heel voorzichtig als je dit doet: als je de binnenband klemt, kan je deze beschadigen. 

Het is zeker de moeite waard de band rondom te bekijken om er zeker van te zijn dat er zich niets heeft genesteld en niets bekneld is geraakt onder de rand. Beweeg de band heen en weer op plekken die er ongelijk uitzien en probeer de binnenband hoog in de band te krijgen. Pomp een klein beetje lucht in de band. Nu kun je controleren of er stukken niet goed zitten, voordat je de band volledig opblaast. Controleer de aanbevolen bandendruk in PSI op de zijkant van je band.  

Plaats het wiel terug in de fiets en je bent klaar om op pad te gaan! 

Met je nieuwe band gemonteerd is het tijd om te gaan rijden. Maar vergeet niet om goed voor die nieuwe ‘schoenen’ te zorgen, zodat ze blijven presteren en je langer veilig blijft. 

Handhaaf de juiste bandendruk voor een soepele rit en om lekke banden te voorkomen. Een te lage spanning kan leiden tot een stootlek en verhoogde rolweerstand, terwijl een te veel opgepompte band minder grip kan hebben en de rit oncomfortabel kan maken. Gebruik een betrouwbare meter en controleer de druk voor elke rit. Volg het door de fabrikant aanbevolen PSI-bereik. 

Controleer je banden regelmatig op slijtage van het loopvlak, insnijdingen, vuil en zijwandschade. Voer voor en na elke rit een visuele inspectie uit om problemen voortijdig op te sporen. 

Wissel banden af om slijtage tegen te gaan en vervang ze elke 2.500 tot 4.000 kilometer, afhankelijk van gebruik en omstandigheden. De juiste rotatie en tijdige vervanging zorgen voor optimale prestaties en veiligheid. 

Overweeg je een nieuwe racefiets te kopen? Raadpleeg onze koopgids voor advies over waar je op moet letten. We hebben ook een zeer mooie vergelijkingstool voor racefietsen, zodat je je opties kunt afwegen.